De verordening inzake voorafgaande geïnformeerde toestemming (Prior Informed Consent of PIC, Verordening (EU) 649/2012) regelt de in- en uitvoer van bepaalde gevaarlijke chemische stoffen en legt verplichtingen op aan bedrijven die deze chemische stoffen naar niet-EU-landen willen uitvoeren. Zij heeft als doel gemeenschappelijke verantwoordelijkheid en samenwerking in de internationale handel in gevaarlijke chemische stoffen te bevorderen en de gezondheid van de mens en het milieu te beschermen door ontwikkelingslanden te voorzien van informatie over het veilig opslaan, vervoeren, gebruiken en verwijderen van gevaarlijke chemische stoffen.
Deze verordening geeft binnen de Europese Unie uitvoering aan het Verdrag van Rotterdam inzake de procedure voor voorafgaande geïnformeerde toestemming ten aanzien van bepaalde gevaarlijke chemische stoffen en pesticiden in de internationale handel.
De PIC-verordening is van toepassing op in bijlage I vermelde chemische stoffen die verboden of aan strenge beperkingen onderworpen zijn: industriële chemische stoffen, pesticiden en biociden, bijvoorbeeld benzeen, chloroform, atrazine en permethrine. De uitvoer van deze chemische stoffen is onderworpen aan twee typen vereisten: kennisgeving van uitvoer en uitdrukkelijke toestemming.
De PIC-verordening is ook van toepassing op chemische stoffen die niet mogen worden uitgevoerd, zoals vermeld in bijlage V, en op alle chemische stoffen die moeten voldoen aan de relevante EU-wetgeving wat betreft verpakking en etikettering.
Op chemische stoffen die voorkomen in verdovende middelen, radioactief materiaal, afvalstoffen, chemische wapens, levensmiddelen en levensmiddelenadditieven, diervoeders, genetisch gemodificeerde organismen en farmaceutische middelen (met uitzondering van desinfecterende middelen, insecticiden en parasietenbestrijdingsmiddelen), is andere EU-wetgeving van toepassing. Deze stoffen vallen daarom niet onder het toepassingsgebied van de PIC-verordening.
Verder is de verordening niet van toepassing op chemische stoffen die voor onderzoek of analyse worden uitgevoerd of ingevoerd, mits dat gebeurt in hoeveelheden waarvan het onwaarschijnlijk is dat de gezondheid van de mens of het milieu daardoor nadelig wordt beïnvloed, in elk geval niet meer dan tien kilogram per exporteur per invoerend land per kalenderjaar.
De PIC-verordening is in werking getreden op 1 maart 2014. Vanaf deze datum is ECHA verantwoordelijk voor de administratieve en technische taken met betrekking tot de nieuwe verordening. De hoofdtaak van het Agentschap bestaat erin kennisgevingen van uitvoer te verwerken en naar de invoerende landen buiten de EU te versturen en een databank bij te houden van de kennisgevingen en de uitdrukkelijke toestemmingen van de invoerende landen.
ECHA biedt ook hulp en technische en wetenschappelijke begeleiding aan de industrie, de aangewezen nationale instanties in zowel de EU als derde landen en de Europese Commissie.