Procedure voor kennisgeving van uitvoer

In een EU-lidstaat gevestigde exporteurs moeten melding maken van hun voornemen om bepaalde chemische stoffen naar een niet-EU-land te exporteren. Dit geldt voor de in bijlage I bij de PIC-verordening vermelde chemische stoffen. Exporteurs moeten de aangewezen nationale instantie van het land van waaruit de uitvoer zal plaatsvinden in kennis stellen voordat de eerste jaarlijkse uitvoer plaatsvindt, evenals vóór de eerste uitvoer in elk volgend kalenderjaar.

Elke kennisgeving van uitvoer krijgt een unieke identificator toegewezen, een zogeheten referentie-identificatienummer. Dit wordt bijvoorbeeld gebruikt om de douanecontrole op de uitvoer van in bijlage I vermelde chemische stoffen te vergemakkelijken.

Inhoud van de kennisgeving

De belangrijkste elementen van de gegevensvereisten voor een kennisgeving van uitvoer zijn:

  • identiteit van de uit te voeren stof of het uit te voeren mengsel of voorwerp. Dit is doorgaans het EG-nummer, het CAS-nummer en de chemische naam zoals vermeld in de verordening;
  • informatie over de uitvoer, zoals het land van oorsprong, het land van bestemming, de verwachte datum van eerste jaarlijkse uitvoer, de geschatte uit te voeren hoeveelheid, het beoogde gebruik in het land van bestemming, de naam en het adres van de exporteur en de importeur;
  • informatie over de te nemen voorzorgsmaatregelen;
  • samenvatting van de fysisch-chemische, toxicologische en ecotoxicologische eigenschappen;
  • het gebruik van de chemische stof in de EU;
  • samenvatting van de wettelijke beperkingen en redenen daarvoor.

De volledige gegevensvereisten zijn te vinden in bijlage II bij de PIC-verordening.

Het voornemen om een in bijlage I vermelde chemische stof uit te voeren, moet volgens het volgende schema worden gemeld:

  • 35 dagen voor de geplande uitvoer moet de exporteur de bevoegde nationale instantie in de lidstaat waar hij gevestigd is, een kennisgeving sturen;
  • uiterlijk 25 dagen voor de geplande uitvoerdatum bevestigt de aangewezen nationale instantie de kennisgeving en geeft zij deze aan ECHA door;
  • uiterlijk 15 dagen voor de geplande uitvoerdatum stuurt ECHA de kennisgeving naar de aangewezen nationale instantie van het invoerende niet‑EU‑land.