Koolwaterstofoplosmiddelen worden in het algemeen verkregen uit aardolie en bevatten een of meer koolwaterstofklassen (bv. lineaire, vertakte of cyclische alkanen en aromaten).

Het verschil tussen de typen koolwaterstofoplosmiddelen komt voornamelijk door de verschillende koolwaterstofklassen en de verdeling van de koolstofketenlengte. De verdeling van de koolstofketenlengte hangt af van het specifieke destillatiebereik van het eindproduct. De koolstofketenlengten van koolwaterstofoplosmiddelen zijn doorgaans smalle bereiken van koolwaterstofketens van meer dan C5 en minder dan C20. Vanwege de variatie in de samenstelling van de uitgangsstoffen vallen veel koolwaterstofoplosmiddelen onder de definitie van een UVCB-stof.

Het voornaamste proces voor het omzetten van aardolie in koolwaterstofoplosmiddelen is een combinatie van diverse processtappen, waaronder bijvoorbeeld destillatie van de grondstof, hydrogenerend ontzwavelen, milde of zware hydrogenering en tot slot een destillatie en strippen van lichte bestanddelen.

Meer ondersteuning is te vinden via de Hydrocarbon Solvent Producers Association (HSPA), een sectorgroep van de Europese Raad van de chemische industrie (CEFIC).