Bepaling van de categorie voor de grootte van de onderneming

Onderstaande stapsgewijze instructies zijn bedoeld om u te helpen de grootteklasse van uw onderneming te bepalen overeenkomstig Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie.

Stap 1

De eerste stap in het bepalen van de gegevens voor het vaststellen van de grootteklasse van uw onderneming is de beoordeling of uw onderneming op het moment van indiening in REACH-IT van de mkb/kmo-documenten voor de mkb/kmo-controle een zelfstandige onderneming is of dat er ook partner- of verbonden ondernemingen, zoals gedefinieerd in artikel 3 van de bijlage bij Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie, in aanmerking moeten worden genomen.

Over het algemeen geldt het volgende:

  • De onderneming is zelfstandig als deze niet als partner- of verbonden onderneming in de zin van artikel 3 van de bijlage bij Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie kan worden aangemerkt. Een onderneming is bijvoorbeeld zelfstandig indien deze niet meer dan 25% (van het kapitaal of van de stemrechten) houdt in een andere onderneming en indien geen andere onderneming meer dan 25% in de desbetreffende onderneming houdt.
  • Een onderneming wordt aangemerkt als partner van een andere onderneming indien zij, alleen dan wel gezamenlijk met een of meer verbonden ondernemingen in de zin van artikel 3, lid 3, van de bijlage bij Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie, een belang van ten minste 25%, maar niet meer dan 50%, in die andere onderneming houdt.
  • Een onderneming wordt aangemerkt als verbonden aan een andere onderneming als zij meer dan 50% van de stemrechten van de aandeelhouders in een andere onderneming houdt en/of als zij direct dan wel indirect zeggenschap heeft over de bedrijfsactiviteiten van een andere onderneming, dan wel het vermogen om hierop toezicht te houden.

Een onderneming wordt eveneens als verbonden aangemerkt indien er banden bestaan via een persoon of een groep gezamenlijk optredende personen, op voorwaarde dat de ondernemingen hun activiteiten of een deel van hun activiteiten op dezelfde markt of op verwante markten uitoefenen (producten- of dienstenmarkten die zich direct boven of onder het niveau van de relevante markten bevinden).

  • Als minimaal 25% van het kapitaal of van de stemrechten van de onderneming al dan niet rechtstreeks, gezamenlijk of individueel, door een of meer publieke organenwordt gecontroleerd, kan de onderneming niet als klein of middelgroot worden beschouwd.

Investeerders die worden genoemd in artikel 3, lid 2, tweede alinea van de bijlage bij de aanbeveling, zoals universiteiten of autonome lokale autoriteiten, die op grond van de nationale wetgeving de status van overheidsinstantie hebben, worden bij deze regel buiten beschouwing gelaten. Deze kunnen een deelneming in een onderneming houden van meer dan 25%, maar niet meer dan 50%, zonder dat deze onderneming haar status als kleine of middelgrote onderneming verliest.

Verder naar stap 2