Annual Report 2021

Annual Report 2021 - banner

Jaarverslag 2021 – inleiding

Ons jaarverslag zet de omstandigheden en uitdagingen uiteen waarmee we in 2021 werden geconfronteerd, samen met de belangrijkste resultaten van het jaar. Deze worden beschreven voor elk van onze drie strategische prioriteiten, alsook voor de bijbehorende governance en facilitatoren, en vormen het kader voor onze werkzaamheden met het oog op de bijdrage van het Agentschap aan de prioriteiten van de EU.

 

Annual report 2021 timeline

 

Jaarverslag 2021 – deel 1

 

In het tweede jaar van de pandemie heeft ECHA de doelstellingen van zijn werkprogramma weten te bereiken dankzij de flexibiliteit van het personeel en investeringen in onze solide infrastructuur. Het is bemoedigend om te zien hoe goed de comités en organen van ECHA zich hebben aangepast aan de onlineomgeving en in staat zijn geweest om onder deze voorwaarden resultaten te boeken.

In het kader van de Europese Green Deal zal de strategie voor duurzame chemische stoffen van de Commissie de komende decennia naar verwachting een ingrijpende verandering in het beheer van chemische stoffen in Europa teweegbrengen. Om de Commissie te ondersteunen, hebben we werkmethoden vastgesteld en afgesproken waar en hoe de deskundigheid van ECHA haar het best van dienst kan zijn bij de evaluatie van Reach en CLP. In 2021 heeft ECHA met de uitvoering van zijn werkprogramma ook bijgedragen aan de voorbereidende werkzaamheden van de Commissie en vele andere initiatieven in het kader van de strategie voor duurzame chemische stoffen en de Green Deal. ECHA heeft bijvoorbeeld zijn standpunt kenbaar gemaakt over de mogelijke wijziging van de registratievereisten van Reach en met de Commissie besproken hoe bij ECHA prioriteit kan worden gegeven aan CLH-dossiers en hoe deze kunnen worden ontwikkeld in het kader van een herziene CLP-verordening.

ECHA heeft verdere ervaring opgedaan met het oppakken van nieuwe taken en het vaststellen van de wijze waarop competenties en middelen efficiënt over verschillende activiteiten kunnen worden verdeeld. Onze betrokkenheid kan leiden tot bredere synergieën op het gebied van regelgeving, hoewel voortdurend rekening moet worden gehouden met het effect op de middelen en andere onderdelen van het Agentschap. Het Agentschap moet blijven voldoen aan zijn kernmandaat, te weten het bereiken van hoogwaardige regulering, en slim investeren in de voorbereiding op veranderingen die het gevolg zijn van beleidsontwikkelingen.

Als belangrijke input voor de evaluatie door de Commissie van de EU-wetgeving inzake chemische stoffen hebben wij ons vijfjaarlijkse verslag over de werking van Reach en CLP gepubliceerd. Deze retrospectieve analyse illustreert de impact van de wetgeving op de volksgezondheid, het milieu, de interne markt, het concurrentievermogen, innovatie en de bevordering van alternatieven voor dierproeven. De lessen die we hebben geleerd, zullen dienen om een meer op maat gesneden bijdrage te leveren aan de huidige ontwikkeling van mogelijke wijzigingen in de wetgeving en als kompas voor onszelf om te blijven werken aan de bescherming van de gezondheid en het milieu tegen schadelijke chemische stoffen.

De raad van bestuur van ECHA heeft het strategisch plan 2019-2023 geëvalueerd. De raad bevestigde de geldigheid ervan voor de resterende periode, maar bood het Agentschap tevens oriëntatie over de wijze waarop de strategische prioriteiten moeten worden begrepen en in praktijk moeten worden gebracht. Met deze leidraad is ECHA goed voorbereid op de voortzetting van zijn werkzaamheden.

 

Annual report 2021 - mission

TransparantOnafhankelijkBetrouwbaarEfficiëntBegaan met welzijnFungeren als kenniscentrum voor duurzaam beheer van chemische stoffen en ten dienste staan van een veelheid aan EU-beleidsmaatregelen en wereldwijde initiatieven voor de burgers en het milieu.MISSIEVISIEWAARDENSTRATEGIESamen met onze partners zetten wij ons in voor een veilig gebruik van chemische stoffen.Identificatie en risicobeheer van zorgwekkende stoffen.010302Veilig en duurzaam gebruik van chemische stoffen in de sector.Duurzaam beheer van chemische stoffen dankzij EU-wetgeving.

Jaarverslag 2021 – Belangrijkste resultaten

 

1- IDENTIFICATIE EN RISICOBEHEER VAN ZORGWEKKENDE STOFFEN

Deze strategische prioriteit vormt een belangrijk onderdeel van de kerntaak van ECHA. Het merendeel van de wettelijk opgedragen operationele werkzaamheden van ECHA op het gebied van het beheer van chemische stoffen in het kader van de Reach-, CLP-, biociden-, PIC- en POP-verordening heeft tot doel zorgwekkende stoffen te identificeren en de risico’s ervan te beheren.

Het effect van deze werkzaamheden blijkt uit de vooruitgang die ECHA en de lidstaten hebben geboekt bij het identificeren van mogelijke nieuwe zorgwekkende stoffen. We zijn in dit verband doeltreffender en efficiënter geworden door ons te richten op groepen stoffen, maar de beoordeling van groepen stoffen blijft vanzelfsprekend een complexe taak.

We beoordelen groepen stoffen en wijzen deze toe aan pools van stoffen waarvoor aanvullende gegevens nodig zijn, stoffen die risicobeheer vergen en stoffen die momenteel geen verdere actie vereisen. Het aantal nog niet toegewezen stoffen is in 2021 gedaald van 18 341 tot 17 126, en als zodanig hebben we meer duidelijkheid over welke risicobeheertrajecten (indien van toepassing) gepland zijn en voor welke stoffen aanvullende gegevens over hun eigenschappen en gevaren nodig zijn. Dit maakt de regelgevingsmaatregelen die de autoriteiten van plan zijn te nemen beter voorspelbaar voor bedrijven.

Het Comité lidstaten van ECHA heeft in 2021 overeenstemming bereikt over meer dan 440 besluiten om nadere informatie te vragen. Het Agentschap heeft naar aanleiding van eerdere besluiten ook gegevens over de gevaren van meer dan 200 stoffen verkregen, hoewel het niet-nalevingspercentage van 40 % na deze informatieverzoeken nog steeds hoog is. Deze zaken zijn naar de lidstaten gestuurd met het oog op verdere handhavingsmaatregelen. Gemiddeld wordt, wanneer lidstaten besluiten inzake de beoordeling van dossiers van ECHA handhaven, de ontbrekende informatie uiteindelijk in ongeveer 92 % van de gevallen bij ECHA ingediend. Dit is hoe dan ook nog steeds te laat en na de wettelijke termijnen.

Daarnaast heeft ECHA de eerste beoordelingen van de regelgevingsbehoeften voor groepen stoffen gepubliceerd, een teken dat het Agentschap zich steeds minder richt op het beoordelen van afzonderlijke stoffen en steeds meer zoekt naar synergieën en het verhogen van de efficiëntie. Groepsbeoordelingen maken het voor bedrijven gemakkelijker te voorspellen welke maatregelen de regelgevende instanties van plan zijn te nemen en helpen hen, waar nodig, om strategieën te ontwikkelen voor de vervanging van schadelijke chemische stoffen door veiligere alternatieven. Het Agentschap heeft verschillende belangrijke groepen stoffen beoordeeld die de afgelopen jaren bijzondere aandacht hebben gekregen vanwege het grootschalige gebruik ervan in consumentenproducten, zoals bisfenolen en ftalaten.

Belangrijkste resultaten
  • ECHA heeft de regelgevingsbehoeften voor 1 900 stoffen beoordeeld, waarbij de behandeling steeds vaker groepsgewijs plaatsvond in plaats van individueel. 15 % van de 1 900 stoffen waren geregistreerde stoffen in hoeveelheden van meer dan 100 ton per jaar. Op basis hiervan hebben we er 300 geïdentificeerd die verdere risicobeheersmaatregelen vereisen, 800 waarvoor meer gegevens moeten worden gegenereerd en 800 waarvoor momenteel geen verdere actie nodig is. De regelgevingsbehoeften voor 1 300 geregistreerde stoffen in hoeveelheden van meer dan 100 ton per jaar moeten nog worden beoordeeld en zijn nog niet bepaald. Maar we blijven ernaar streven om dit proces uiterlijk in 2027 voor alle geregistreerde stoffen af te sluiten.
  • Om de transparantie over de genomen regelgevingsmaatregelen en de geboekte vooruitgang met betrekking tot groepen stoffen te vergroten, publiceerde ECHA eind 2021 de eerste beoordelingen van de regelgevingsbehoeften voor 19 groepen die betrekking hebben op meer dan 450 stoffen.
  • Uit de resultaten van een EU-breed handhavingsproject voor online verkochte producten blijkt dat drie van de vier geïnspecteerde producten de EU-wetgeving inzake chemische stoffen schenden.
  • Door uitbreiding van de technische volledigheidscontroles die voor elke nieuwe en bijgewerkte registratie worden uitgevoerd, omvatten deze nu ook een controle van de inhoud van de chemische-veiligheidsrapporten. Hierdoor kunnen autoriteiten beter de prioriteit van regelgevende maatregelen voor de betrokken stoffen vaststellen, wordt de verspreiding van informatie over het gebruik ervan verbeterd en wordt een beter uitgangspunt voor passende communicatie in de toeleveringsketen geboden.
  • ECHA is zich blijven inspannen om dierproeven in Europa zoveel mogelijk uit te faseren op grond van het bestaande regelgevingskader en de industrie, autoriteiten en instellingen te ondersteunen bij de stappen naar verwezenlijking van dit doel. In dit verband is ECHA overgegaan tot het bijwerken van de uitgebreide richtsnoeren voor bedrijven over de wijze waarop verschillende bronnen van niet-dierlijke gegevens op betrouwbare wijze kunnen worden gecombineerd bij de beoordeling van de huidsensibiliserende effecten van chemische stoffen. In het advies wordt uiteengezet hoe computersimulatie-instrumenten zoals de QSAR Toolbox kunnen worden gebruikt om huidsensibilisering te beoordelen en mensen zonder dierproeven te beschermen tegen huidallergieën.
  • We voerden in totaal 371 nalevingscontroles uit, die betrekking hadden op meer dan 2 100 registraties en 341 unieke stoffen. Dit is een lichte stijging ten opzichte van 2020. Bij de overgrote meerderheid van de nalevingscontroles heeft ECHA ten minste de belangrijkste gevaarseindpunten geverifieerd voor potentieel zorgwekkende stoffen of groepen daarvan. 300 van dit totaal waren volledige nalevingscontroles die betrekking hadden op alle relevante eindpunten voor 288 unieke potentieel zorgwekkende stoffen. 71 ervan waren gerichte nalevingscontroles. Deze hebben geleid tot de toezending van 280 ontwerpbesluiten aan bedrijven, waarbij meer gegevens werden gevraagd om duidelijkheid te krijgen over de langetermijneffecten op de menselijke gezondheid of het milieu.
  • Bij de follow-up van de dossierbeoordeling van 363 dossiers in 2021 voldeed ongeveer 40 % van de dossiers nog steeds niet aan de voorschriften. Deze zijn naar de lidstaten gestuurd met het oog op verdere handhaving.
  • Tegen het einde van 2021 had ECHA 535 registraties met betrekking tot 143 nanovormen van stoffen ontvangen. Het exacte aantal nanomaterialen op de EU-markt is niet bekend en er zijn redenen om aan te nemen dat dit cijfer eigenlijk hoger zou moeten zijn. Verschillen in tonnage zouden echter het verschil kunnen verklaren tussen het aantal geregistreerde nanovormen en het aantal nanomaterialen dat is gemeld bij het EU-waarnemingscentrum voor nanomaterialen (EUON).
  • Overeenkomstig de acties die zijn voorzien in het kader van het gezamenlijke actieplan inzake de beoordeling van Reach van de Commissie en ECHA, zijn wij ondersteuning blijven bieden aan initiatieven van de sector die bedrijven helpen hun chemische-veiligheidsinformatie te evalueren, bijvoorbeeld door een strategie vast te stellen ter opvulling van leemten in de gegevens bij de beoordeling van de milieueffecten van aardoliederivaten.
  • Met het oog op het identificeren en voorstellen van nieuwe persistente organische verontreinigende stoffen heeft ECHA de ontwerpbeoordeling en het ontwerprisicoprofiel voor twee stoffen opgesteld: methoxychloor is een pesticide op basis van gechloreerde koolwaterstoffen dat als insecticide wordt gebruikt, en UV-238 wordt gebruikt als uv-stabilisator in plastic krimpfolie en buitenmeubelen.
  • In het kader van autorisatieaanvragen hebben het Comité risicobeoordeling (RAC) en het Comité sociaaleconomische analyse (SEAC) van ECHA 18 adviezen vastgesteld betreffende stoffen die hormoonontregelende eigenschappen hebben, en nog eens 31 adviezen over stoffen met andere eigenschappen. Er werden ook 12 vervangingsplannen beoordeeld.
  • Met betrekking tot de geharmoniseerde indelings- en etiketteringsdossiers heeft het RAC 54 adviezen verwerkt en adviezen uitgebracht over de evaluatie van de grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling voor asbest en cadmium en de anorganische verbindingen daarvan.
  • De werkzaamheden met betrekking tot glyfosaat zijn in coördinatie met de EFSA hervat. In dit kader zal het RAC advies uitbrengen over het voorstel voor geharmoniseerde indeling en etikettering, en zal de EFSA een advies over de autorisatie van het gebruik hiervan als pesticide opstellen.
  • Er zijn verbeteringen aangebracht in de autorisatieaanvragen. Het formaat waarin adviezen over aanvragen worden aangeboden, is verbeterd, waardoor de Commissie duidelijker input krijgt over wetenschappelijke elementen. Het formaat van de autorisatieaanvraag is ook aangepast, waardoor tijdens het proces betere informatie beschikbaar moet komen.
  • Uit de publicatie van een meta-analyse van de sociaaleconomische effecten van autorisatie op basis van gegevens uit 2010 en 2020 blijkt dat het autorisatiesysteem over ingebouwde aspecten beschikt die vervanging uit zichzelf bevorderen.
  • ECHA heeft samen met de Reach-deskundigengroep inzake blootstelling (REEG), een gemeenschap van deskundigen uit de lidstaten, gewerkt aan de informatie over gebruiks- en blootstellingsniveaus die nodig is om gevaarlijke stoffen na screening snel verder te loodsen naar verschillende risicobeheerprocessen.
  • Na een akkoord hierover in het Comité lidstaten (MSC) zijn twaalf stoffen toegevoegd aan de kandidatenlijst van zeer zorgwekkende stoffen, voornamelijk omdat zij giftig voor de voortplanting, kankerverwekkend, inhalatieallergeen of hormoonontregelend zijn.
  • Er werd een voorstel gedaan voor de beperking van het gebruik van lood in munitie voor de jacht, de schietsport in de openlucht en de visserij.
  • Wat beperkingsvoorstellen betreft, hebben het RAC en het SEAC twee adviezen uitgebracht: over PFHxA (een subgroep van PFAS) en over het voorstel om het gebruik van formaldehyde, PAK’s, dioxinen, furanen en PCB’s in babyluiers voor eenmalig gebruik te beperken.
  • Publicatie van een studie over de kosten en baten van beperkingen waarin werd geschat dat het beperken van de vervaardiging en het gebruik van chemische stoffen die een risico vormen gezondheidsvoordelen oplevert ter waarde van 2,1 miljard EUR per jaar.
  • De investeringen in maatregelen die bedoeld zijn om het beoordelingsprogramma in het kader van de biocidenverordening te versnellen, beginnen hun vruchten af te werpen. Er werden in de loop van het jaar 18 verslagen van de bevoegde autoriteiten over de beoordeling van werkzame stoffen ontvangen, bijna het dubbele van het in 2020 ontvangen aantal, onder meer met betrekking tot het beoordelingsprogramma, nieuwe werkzame stoffen, verlenging van de goedkeuring en achterstallige gevallen waarin de collegiale toetsing opnieuw in gang wordt gezet.
  • Het Comité voor biociden (BPC) heeft in 2021 18 adviezen uitgebracht over goedkeuring van werkzame stoffen, tegenover 15 vorig jaar. Het aantal adviezen van het BPC over toelating in de Unie steeg tot 15, vergeleken met 9 in 2020.

 

2- VEILIG EN DUURZAAM GEBRUIK VAN CHEMISCHE STOFFEN IN DE SECTOR

Het Agentschap heeft zijn inzet voor deze prioriteit bijgesteld naar aanleiding van het besluit om prioriteit te geven aan de wettelijk verplichte taken in het kader van strategische prioriteit 1. Als gevolg daarvan hebben wij onze inspanningen gericht op het ondersteunen van bedrijven bij het uitvoeren van hun chemische-veiligheidsbeoordelingen en het verbeteren van Chesar in dit verband. 

Goed functionerende communicatie in de toeleveringsketen over gevaren en risico’s en vooral passende veiligheidsbeoordelingen zijn essentiële elementen van het risicobeheer door marktdeelnemers. De steun van ECHA helpt hen te voldoen aan hun wettelijke verplichtingen die moeilijk kunnen worden nageleefd langs andere weg, zoals formele besluitvorming of handhaving. 

Als gevolg van de vaststelling van de prioriteiten voor strategische prioriteit 1 in 2021 blijft het effect beperkt tot gerichte ondersteuning.

Belangrijkste resultaten

  • Er zijn twee nieuwe versies van Chesar uitgebracht, waarmee het instrument met nieuwe functies is verrijkt om bedrijven beter te ondersteunen bij het uitvoeren van hun chemische-veiligheidsbeoordelingen.
  • De verplichting om kennisgeving te doen van gevaarlijke mengsels voor beroepsmatig en consumentengebruik is in 2021 ingegaan. De kennisgevingen moeten worden gedaan in een geharmoniseerd formaat dat op grond van de CLP-verordening is vastgesteld, terwijl de etiketten ook een unieke identificatiecode van formules (UFI) moeten bevatten – een unieke code die gifcentra in staat stelt de samenstelling van het mengsel en het product dat een rol speelt in een vergiftiging nauwkeurig te identificeren. ECHA heeft een groot aantal kennisgevingen verwerkt en ter beschikking gesteld van de nationale autoriteiten. Dit helpt gifcentra om snel en nauwkeurig advies te geven wanneer iemand per ongeluk wordt vergiftigd. 
  • ECHA heeft samengewerkt met het Europees Bureau voor geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging (EIPPCB) en heeft Reach-gegevens en advies over het beheer van chemische stoffen verstrekt om de uitvoering van de richtlijn inzake industriële emissies te verbeteren.
     
3- DUURZAAM BEHEER VAN CHEMISCHE STOFFEN DANKZIJ EU-WETGEVING

De uitvoering van strategische prioriteit 3 heeft op twee manieren gevolgen gehad voor ECHA. Ten eerste heeft het Agentschap meer ervaring opgedaan met het oppakken van nieuwe taken, het ondersteunen van de wetgever bij het opstellen van nieuwe of herziene wetgeving en het uitvoeren van bijbehorende processen wanneer ECHA een rol speelt bij dergelijke nieuwe taken. Het personeel van ECHA heeft op basis van concrete ervaringen een zeer goed inzicht in wat er nodig is om nieuwe regelgevende werkzaamheden een plaats te geven in de portefeuille van de organisatie. Het oppakken van nieuwe activiteiten heeft het Agentschap in sommige gevallen synergieën en schaalvoordelen opgeleverd, terwijl in andere gevallen duidelijk werd dat het beoogde synergie-effect niet kon worden verwezenlijkt. 

Ten tweede heeft het Agentschap met succes nieuwe taken uitgevoerd. In dit verband bestond de belangrijkste uitdaging erin de nodige middelen ter beschikking te stellen tijdens de aanloopfase, wanneer de uiteindelijke reikwijdte van de werkzaamheden nog niet vaststaat en er nog geen middelen gereserveerd zijn. ECHA is in staat ervaren personeel in te zetten voor deze ontwikkelingsfase, met als nadeel dat deze medewerkers dan niet langer beschikbaar zijn voor hun aanvankelijke werkzaamheden en verwerkingstaken, en dat dit werk derhalve door anderen moet worden overgenomen. 
 
Ten gevolge van de strategie voor duurzame chemische stoffen van de Commissie worden er toenemende eisen aan ECHA gesteld. Het Agentschap ondersteunt hierbij de invulling van mogelijke nieuwe taken en voert preliminaire analyses uit met het oog op de vormgeving van processen en de voorspelling van de benodigde middelen.

Wij hebben de goede samenwerking met andere agentschappen op gebieden van gemeenschappelijk belang voortgezet, zoals de benadering “één stof, één beoordeling”, de ontwikkeling van IUCLID voor de beoordeling van werkzame stoffen in gewasbeschermingsmiddelen door de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) en de uitwisseling van informatie en gegevens met het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (EMCDDA) in het kader van de ontwikkeling van een systeem voor vroegtijdige waarschuwing voor nieuwe psychoactieve stoffen.

Met de lancering van de SCIP-databank waarin kennisgevingen van zorgwekkende stoffen in producten worden verzameld, biedt ECHA marktdeelnemers, consumenten en autoriteiten ook een extra instrument om hen te helpen begrijpen waar schadelijke stoffen worden gebruikt, waarmee een verdere stimulans wordt geboden om deze te vervangen door veiligere alternatieven.

Belangrijkste resultaten

  • Ad-hocondersteuning van de Commissie in de aanloopfase van de uitvoering van de strategie voor duurzame chemische stoffen en coördinatie van taken, gebruikmakend van de competenties en ervaring van ECHA.
  • Lancering van de SCIP-databank voor zeer zorgwekkende stoffen in producten. Dit is nuttig voor consumenten die meer informatie willen over de producten die zij kopen en zal ook bijdragen tot een betere verwerking van afval, met name recyclingprocessen. Ongeveer 6 800 bedrijven uit de hele EU hebben ruim 15 miljoen kennisgevingen bij de databank ingediend.
  • Verdere ontwikkeling en bevordering van IUCLID als een algemeen aanvaard formaat voor informatie over chemische stoffen in de hele wereld. Het verzamelen en gebruiken van gegevens in hetzelfde formaat in de EU en op internationaal niveau vergemakkelijkt de registratie, de opslag, het onderhoud en de uitwisseling van digitale wetenschappelijke gegevens over chemische stoffen. 
  • Ondersteuning van de lidstaten en de Europese Commissie in het kader van de verordening inzake voorafgaande geïnformeerde toestemming (PIC-verordening), waarmee het VN-Verdrag van Rotterdam in de Europese Unie ten uitvoer wordt gelegd.
  • ECHA heeft bijgedragen aan de risicobeoordeling van methoxychloor, waarvan de Europese Unie opname in het Verdrag van Stockholm heeft voorgesteld als persistente organische verontreinigende stof. Er is een raadpleging gestart over de risicobeoordeling van methoxychloor, alsook over het risicoprofiel van UV-328.
  • ECHA coördineerde de publicatie van studies ter beoordeling van de leemten en behoeften van Montenegro en Servië bij het voorbereiden van de uitvoering van de EU-wetgeving inzake chemische stoffen op hun weg naar het lidmaatschap. Naar aanleiding hiervan heeft ECHA ook opdracht gegeven voor een tweede studie om de bestaande situatie in Albanië, Kosovo, Turkije, Noord-Macedonië en Bosnië en Herzegovina te beoordelen als oriëntatie voor onze toekomstige werkzaamheden ter ondersteuning van deze landen bij de harmonisatie van hun wetgeving met het EU-acquis inzake chemische stoffen.
  • Er zijn contacten gelegd met het Europees Milieuagentschap (EEA) en ECHA heeft deelgenomen aan de focusgroep “verontreiniging naar nul” (zero pollution). Deze werkzaamheden vormen een stap naar veiligheid en duurzaamheid en zullen bijdragen tot de vaststelling van indicatoren in het kader van het achtste milieuactieprogramma voor de periode tot en met 2030 en de strategie voor duurzame chemische stoffen. 
  • ECHA is op grond van de desbetreffende richtlijn begonnen met het opstellen van EU-brede positieve lijsten van chemische stoffen die veilig kunnen worden gebruikt in materialen die in contact komen met drinkwater. Het doel is mensen te beschermen tegen verontreinigd drinkwater, hun toegang tot veilig drinkwater te verbeteren en ervoor te zorgen dat de veiligheids- en hygiënenormen in de hele EU uniform zijn.
  • Informele ondersteuning bij de evaluatie van sectorale referentiedocumenten over de beste beschikbare technieken (BREF’s). ECHA heeft bijvoorbeeld bij de evaluatie van de BREF’s voor de textielsector informatie verstrekt over de manier waarop beheersystemen voor chemische stoffen kunnen worden gestructureerd en beschreven.
     
GOVERNANCE EN FACILITATOREN
  • De raad van bestuur leidde de tussentijdse evaluatie van de meerjarige strategie en bevestigde dat de strategische koers van ECHA grotendeels geldig blijft, en verstrekte het secretariaat daarbij richtsnoeren voor het resterende deel van de uitvoeringsperiode. De raad van bestuur benoemde ook het nieuwe, juridisch gekwalificeerde lid van de kamer van beroep.
  • Tijdens de aanhoudende COVID-19-pandemie werden er kwalitatief goede resultaten geleverd. We boden ondersteuning aan belanghebbenden in een hybride omgeving, met 650 onlinevergaderingen waaraan ongeveer 45 000 personen deelnamen.
  • De oorspronkelijk begrote uitgaven voor 2021 bedroegen in totaal 113,1 miljoen EUR (inclusief de afzonderlijk gefinancierde “Overige taken”); het definitieve bedrag voor de totale uitgaven dat in de tweede gewijzigde begroting in september 2021 werd vastgesteld, bedroeg 111,1 miljoen EUR. Wat betreft het deel van de begroting dat betrekking heeft op Reach/CLP, werd de daling van de inkomsten uit vergoedingen goed opgevangen door te besparen op de vergader- en reiskosten dankzij onlinevergaderingen. Wat betreft de vergoedingen uit hoofde van de biocidenverordening bleef er sprake van aanhoudend grote schommelingen en onvoorspelbaarheid. Het Agentschap heeft zijn streefdoelen voor de uitvoering van de begroting gehaald, met een vastleggingspercentage van 98 % en een betalingspercentage van 86 % (de ramingen bedroegen respectievelijk 95 % en 80 %).
  • Een hoge interne mobiliteit in overeenstemming met onze HR-strategie en organisatiecultuur die zorgen voor een flexibele werkomgeving.
  • Voortdurende investeringen in een gezonde werkomgeving gebaseerd op samenwerking, flexibiliteit en een goed ontwikkelde managementcultuur hebben ertoe geleid dat het Agentschap in Finland is erkend als een van de meest inspirerende plekken om te werken. Het verloop van tijdelijke functionarissen bleef met 2 % laag; 97 % van de vaste posten was vervuld. 
  • ECHA heeft een aanvraag ingediend voor registratie bij het milieubeheer- en milieuauditsysteem van de EU (EMAS) als hoogwaardig beheersinstrument dat organisaties in staat stelt om hun milieuprestaties te evalueren, te rapporteren en te verbeteren.
  • De derde Enterprise Architecture Roadmap (2021-2023) heeft geleid tot een grotere integratie of modularisering van de informatietechnologie, bedoeld om de verdere integratie van de bedrijfsprocessen te ondersteunen.
     

AR2021- further information

Zie ook