Een beslissing nemen over indeling en etikettering

Een beslissing nemen over indeling en etikettering

U hebt het mengsel beoordeeld. Blijkt daaruit dat het op grond van de gevaren die daaraan kleven, tot een of meer gevarenklassen, categorieën of onderverdelingen behoort, dan dient u te beslissen welke gevarenklasse, categorie of onderverdeling (fysisch, gezondheids- of milieugevaar) van toepassing is.

Vervolgens moet u onderzoeken hoe de bijbehorende etiketten eruit moeten zien. In de tabellen in deel 2 t/m 5 in bijlage I bij de CLP-verordening staan de criteria van elke gevarenklasse en categorie/subklasse vermeld plus de bijpassende indeling en etiketteringselementen. Vergeet niet te controleren of bepaalde aanduidingen, signaalwoorden of pictogrammen prioriteit krijgen. De voorrangsregels voor deze etiketteringselementen worden toegelicht in hoofdstuk 3 t/m 6 van het Richtsnoer voor etikettering en verpakking.

Wanneer u een beslissing hebt genomen over de indeling, moet u bekijken welke gevareninformatie op het etiket hoort te staan. Het etiket moet de volgende gegevens bevatten:

  • gegevens van de leverancier, 
  • productidentificatie,
  • nominale hoeveelheid,
  • gevaarlijke bestanddelen,
  • gevarenpictogrammen, 
  • het signaalwoord, 
  • gevarenaanduidingen,
  • veiligheidsaanbevelingen (gewoonlijk niet meer dan zes tenzij dat nodig is om de aard en de ernst van de gevaren aan te geven),
  • indien nodig, aanvullende informatie.

Voorbeeldetiket

 

In artikel 13 van de CLP-verordening staat vermeld wanneer u een mengsel moet indelen en de bijbehorende gevarenaanduidingen moet toekennen.

 

Gevarenaanduidingen

In principe moet het etiket van een product alle relevante gevarenaanduidingen bevatten. Als een stof of mengsel echter in meerdere gevarenklassen of onderverdelingen van een gevarenklasse is ingedeeld, moeten alle gevarenaanduidingen die bij de indeling horen, op het etiket komen te staan, tenzij dat onmiskenbaar tot dubbele of overbodige aanduidingen leidt. Dit wordt geïllustreerd in een voorbeeld in hoofdstuk 4.1.6 van het Richtsnoer voor de toepassing van de CLP-criteria.

In bijlage III bij de CLP-verordening staat de juiste formulering van de gevarenaanduiding in alle talen vermeld. U kunt elke aanduiding in alle EU-talen opzoeken in de meertalige databank voor chemische terminologie (ECHA-term).

Verder zijn er speciale regels voor de etikettering van bepaalde mengsels met bijzondere eigenschappen. De specifieke gevaren waar het hier om gaat worden via de aanvullende EUH-aanduidingen op het etiket vermeld. Deze eigenschappen en regels staan in bijlage II bij de CLP-verordening beschreven. Zo leidt de aanwezigheid van lood in een mengsel tot etikettering met EUH201 en de mogelijke vorming van giftig gas in contact met water tot etikettering met EUH029. Ga zorgvuldig na welke EUH-aanduidingen allemaal van toepassing zijn, want zij gelden als verplichte aanvullende informatie. Zelfs als een mengsel niet als gevaarlijk is ingedeeld, kan het toch nodig zijn het product conform bijlage II bij de CLP-verordening te etiketteren, zoals bij sensibiliserende stoffen (EUH208) of een veiligheidsinformatieblad dat op verzoek verkrijgbaar is (EUH210).

 

Veiligheidsaanbevelingen

Op de etiketten van producten moeten de toepasselijke veiligheidsaanbevelingen worden vermeld. Daarin staat hoe u de schadelijke gevolgen voor mens of milieu van een stof of mengsel kunt voorkomen of zo veel mogelijk beperken. Bij de keuze van de veiligheidsaanbevelingen dient u rekening te houden met de gebruikte gevarenaanduidingen, het beoogde of vastgestelde gebruik van de stof en de basisinstructies als vermeld in de kolom "Voorwaarden voor gebruik" van tabel 6.1 t/m 6.5 van bijlage IV bij de CLP-verordening. Zorg ervoor dat er geen dubbele en overbodige aanduidingen op het etiket komen te staan.

Wanneer u een stof of mengsel aan het publiek aanbiedt, moet u op het etiket een veiligheidsaanbeveling over de verwijdering van het product en van de verpakking vermelden. Het is belangrijk dat het etiket eenvoudig te lezen en te begrijpen is. Daarom mag het doorgaans niet meer dan zes veiligheidsaanbevelingen bevatten. Als de aard en de ernst van de gevaren dat vereisen, kan dit aantal echter worden overschreden.

Informatie en advies over de keuze van de meest geschikte veiligheidsaanbevelingen vindt u in hoofdstuk 7 van het Richtsnoer voor etikettering en verpakking.

In bijlage III bij de CLP-verordening staat de juiste formulering van de veiligheidsaanduidingen in alle talen vermeld. U kunt elke aanduiding in alle EU-talen opzoeken in de meertalige databank voor chemische terminologie (ECHA-term).

 

Etikettering

Verdere adviezen en voorbeelden in verband met correcte etikettering worden gegeven in het Richtsnoer voor etikettering en verpakking. Voor informatie over de grootte van het etiket en de etiketteringselementen, zie hoofdstuk 5.2 van het Richtsnoer.

 

Veiligheidsinformatieblad

Er moet een veiligheidsinformatieblad worden verstrekt bij mengsels die als gevaarlijk zijn ingedeeld, en tevens op verzoek van de afnemer wanneer het mengsel een bepaalde concentratie van gevaarlijke stoffen bevat.

Wanneer u een mengsel opnieuw indeelt, pas dan het veiligheidsinformatieblad aan. Neem daarbij de kersverse indeling en etikettering van uw mengsel op basis van de CLP-verordening als uitgangspunt. Zijn er belangrijke wijzigingen opgetreden? Verstrek uw klanten dan de nieuwe versie van het veiligheidsinformatieblad. Er moet ook een overzicht van de wijzigingen worden gegeven in het veiligheidsinformatieblad zelf.

Het Richtsnoer voor het samenstellen van veiligheidsinformatiebladen bevat uitgebreide adviezen over wat nodig is om een gedegen veiligheidsinformatieblad op te stellen.

Een beslissing nemen over indeling en etikettering